Aspecten van de Belgische kunst na '45 - WILLEM ELIAS

  • Willem Elias
    • CV Willem Elias
    • Publicaties Willem Elias
    • 2017 – BAD – Where arts meets design
    • 2016 – DE-GENERATIES
      • De 80 kunstenaars – Willem Elias
    • HISK
    • VKE
    • VUB
    • Voordrachten
    • Contact
  • Schilderkunst
    • Abstract expressionisme of de lyrische abstractie
      • Pierre Vlerick
    • Cobra
    • Existentiële schilderkunst
      • Jan Burssens
    • Expressionisme
    • Fantastisch of magisch realisme
      • Octave Landuyt
      • Jef Van Tuerenhout
    • Fundamentele schilderkunst
      • Raoul De Keyser
      • Luc Tuymans
      • Hugo Duchateau
    • Geometrisch abstracte of conrete kunst
    • Hyperrealisme
      • Roger Wittevrongel
    • Informele kunst
    • Jonge Belgische schilderkunst
    • Narratieve schilderkunst
      • Frank Maieu
      • Fred Bervoets
    • Neo-expressionisme
    • Neo-realisme en “Ecole de Paris”
      • Jos Verdegem
    • Neoconstructivisme
    • Neosymbolisme
    • Nieuwe figuratie
      • Roger Raveel
    • Post-expressionisme en animisme
      • Armand Vanderlick
      • Henri-Victor Wolvens
    • Surrealisme
    • Transavant-garde
      • Jean Bilquin
  • Beeldhouwkunst
    • Arte Povera
    • Assemblage
    • Existentiële beeldhouwkunst
    • Kinetische kunst en op-art
    • Minimalisme
    • Neokubisme
  • Andere aspecten
    • Conceptuele kunst
      • Body Art
      • Installatiekunst
      • Kunst als maatschappijkritiek
      • Kunst en taal
      • Neodadaïsme
      • Videokunst
    • Postmodernisme
      • Kunst en massacultuur
      • Ugly Realism
    • Kunst vanuit het medium
      • Brons
      • Grafiek
      • Keramiek
      • Multimedia als nieuwe media
    • Reflecties
      • Kijken is de kunst
      • Kunst en feminisme
      • Kunst en wetenschap
  • Kunstfilosofie
  • Kunsteducatie
  • Snoecks
You are here: Home / Colin Waeghe / 8 juni 2020: ‘Filoxenia’ een interview met Colin Waeghe en Willem Elias

8 juni 2020: ‘Filoxenia’ een interview met Colin Waeghe en Willem Elias

15 June 2020 By Willem Elias

8 juni opende de tentoonstelling ‘Filoxenia’ in Destelheide, een retrospectieve van 10 jaar schilderkunst van Colin Waeghe, gecureerd door Willem Elias. 

De titel verwijst naar ‘filos’, de vriend, en ‘xenos’ de vreemdeling. In die zin is Filoxenia volgens Willem Elias een oproep “ om de vreemde te vriend te houden, want hij is het andere in onszelf. En dat is de lijn die we in de werken van Colin Waeghe terugvinden. Hij kijkt naar werelden en voelt er zich vreemd bij, omdat hij als kunstenaar een oog heeft om de dingen in hun anders zijn te zien.”

Destelheide ging in gesprek met de kunstenaar en de kunstfilosoof, met de vriend en diens vriend, met de maker en de kijker, de bedenker en de ontwerper. 

© Colin Waeghe, Animals, 2013
  • Willem en Colin, kunnen jullie ons iets meer vertellen over wat jullie bezig houdt? 

W: Ik heb een zeer grote interesse voor de filosofie en het doel van kunst, namelijk dat mensen iets hebben aan kunst. Je zou dat ook, met een omweg, kunsteducatie kunnen noemen. Voor mij is een kunstwerk maar een kunstwerk als iemand er iets aan heeft. Elke vorm van kunst wordt opnieuw gemaakt in het hoofd van de kijker. Het is niet evident, dat een kunstwerk in iemands hoofd geraakt. Daartoe moet de kunstenaar een krachtig beeld scheppen en de toeschouwer bereidheid tonen erin mee te gaan. Eens het kunstwerk in een hoofd zit, krijg je een ander kunstwerk. Aan de VUB heb ik de afdeling sociale en culturele agogiek uitgebouwd met de hedendaagse kunst als een apart domein.

C: Ik kan al op van alles inpikken wat Willem zegt, over zijn visie op kunst en dergelijke. Maar ik zal mezelf eerst voorstellen. Ik ben Colin Waeghe. Ik kom niet uit een artistiek milieu, hoewel er via mijn oma wel nonkels beeldhouwers waren en een ver familielid was ook een schilder, ergens in de jaren ’20. Voor de rest kom ik niet echt uit een artistiek milieu. In het middelbaar heb ik Latijn Moderne Talen gestudeerd. Daarna had ik het in mijn hoofd gestoken om acteur te willen worden. Ik heb eerst aan het RICTS in Brussel gestudeerd, eerste jaar toneelspel, daarna toneelregie. Dat ging niet goed. Uiteindelijk ben ik op mijn 20e op St-Lucas beland, en een beetje met de bibber in het lijf voor al te vrije opleidingen, toch voor grafische omgeving en striptekenen gekozen. In het tweede jaar verschoof het accent heel erg naar het commerciële, meer naar publiciteit. Dat was niet helemaal mijn ding. Gelukkig had ik toen al kunnen proeven van de studie van de beeldelementen en voelde ik aan dat daar mijn plek was. Dus ben ik naar de Vrije Kunsten overgestapt. Philippe Van Snick, onlangs overleden, was mijn eerste leermeester. In mijn tweede jaar raadde men me af schilderkunst te kiezen en ben ik met sculpturen begonnen, video’s en dergelijke. Ik ben daar afgestudeerd in de Master Experimenteel Atelier onder Hans Op de Beeck. Na St-Lucas heb ik een postgraduaat scenografie gedaan aan de Singel in Antwerpen (indertijd was dat Popok, nu heeft dat een andere naam of misschien bestaat het niet meer) en dan op mijn eentje verder geploegd aan mijn weg, tot ik in 2008 aan het HISC werd toegelaten. Het is daar dat ik Willem heb leren kennen, tijdens een weekend dat we allebei uitgenodigd waren in Krakau voor een curatorencongres. En sindsdien, op het HISK, ben ik eigenlijk terug beginnen schilderen. Na een jaar met foto’s, sculpturen en video’s en dergelijke, had ik het wat gehad, het voelde teveel aan al productie. Zelfs een beetje industrieel bandwerk. 

Toen dacht ik ‘dat is niet wat ik wil doen’ en heb ik mezelf een jaar de tijd gegeven, een paar boeken gelezen, onder andere over posttraumatische stresssyndroom, dat was een belangrijk boek, en een boek over Afrikaanse filmposters. En dan ben ik gewoon beginnen schilderen. Onder andere Jan Van Imschoot heeft me toen zeer positieve kritieken gegeven. Zo heeft hij me een hart onder de riem gestoken in die toch moeilijke beslissing.  Na een half jaar oefenen en kliederen bleek het schilderen te lukken en sindsdien ben ik dus schilder. Dat is een beetje mijn grof parcours. 

  • Waarom die twee boeken, PTSS en Afrikaanse maskers? 

C: Het boek over de Afrikaanse maskers hoorde bij een tentoonstelling die ik gezien had in de Brusselse Markten over Ghanese filmposters. In die films zit veel voodoosymboliek. De affiches deden me denken aan onze filmposters van de jaren ’50, toen ze nog billboards schilderden. Het is een beetje die techniek. In Bollywood zie je dat ook, maar veel ruwer. Dat zijn ruwe canvassen, amper bewerkt. Die tentoonstelling heeft een grote impact gehad op mij. Ik vond dat heel agressief, dat was heel in your face, heel magisch, heel… Ja, dat sprak aan. Ik heb er toen een catalogus van gekocht. Daarom dat boek. 

Ik was op dat moment heel zoekende. Ik kwam van heel veel verschillende kunstvormen. Van foto’s, video’s, sculpturen, performance zat er nog net niet bij. Ik dacht ‘hoe krijg ik al die verschillende vormen in één vorm?’ En de filmaffiche leende zich daartoe. Want je kon tekst gebruiken, narrativiteit, eigen symboliek, bestaande symboliek, bestaande figuren, fictieve figuren. Opeens werd heel duidelijk dat je binnen de postervorm een ongelooflijke vrijheid hebt. Dat was eigenlijk een opening naar de schilderkunst. 

Het boek over PTSS, dat was waarschijnlijk omdat ik zelf een beetje in een crisis zat. En omdat ik ook al gans mijn leven geïnteresseerd ben in de Vietnamoorlog. Dat is een boek dat me aangeraden is geweest en dus heb ik me daarin verdiept.  Om een beetje de psychologische achtergrond van de soldaat te weten te komen. 

“Elke vorm van kunst wordt opnieuw gemaakt in het hoofd van de kijker”

© Colin Waeghe, Kommunikation in Rot , 2014
  • Jullie kennen elkaar dus van in Krakau? Daar hebben jullie elkaar voor het eerst ontmoet? 

W: Aan het HISK. Je weet, ik ben stichtend voorzitter van het HISK. Colin was één van die 20 kunstenaars die in het HISK rondlopen. In Krakau hebben we elkaar wel beter leren kennen. 

  • Hebben jullie al vaker samengewerkt? 

W: Ja, ‘werken’ is niet het juiste werkwoord, maar het is wel zo dat ik al een paar teksten over Colin geschreven heb. Misschien heb ik hem al de weg gewezen naar een paar tentoonstelling ook. We kennen elkaar en ik denk dat we mogen zeggen dat we ook vrienden zijn. 

C: (instemmend) ‘Ja!’

  • Hoe verloopt de samenwerking of het samen creëren voor de expo in DH? 

W: Ik heb een enorme waardering voor Destelheide. Voor het idee van een plaats waar jonge mensen in contact komen met kunst en kunsteducatie. Al in de jaren ’70 heb ik de stichter van die gedachte voor Destelheide leren kennen, August J. Bal.  Ik heb ook een zeer grote collegiale vriendschap met de huidige directeur, omdat wij een beetje in dezelfde geest zitten. Ik kom regelmatig in Destelheide over de vloer en speelde al langer met het idee om eens een suggestie voor een tentoonstelling te doen. Nu is Colin vandaag bezig met psychiatrische jeugdpatiënten bij zijn tante. In dit project vond ik Destelheide de meest geschikte plaats om het werk van Colin een podium, een plaats te geven. 

C: Ik werk sinds 1,5 jaar bij PAIKA in het UZ in Jette. Dat is de Psychiatrische Afdeling Infance, Kids en Adolescenten. Vorig jaar bestond de afdeling tien jaar. Ik ben toen gecontacteerd geweest om de scenografie te doen voor een theatervoorstelling. Nu werk ik daar ook in het kunstatelier. We hebben onze voorstelling nog maar één keer getoond. Willem was er toen bij en kwam daarna met het idee om het project verder uit te breiden naar een ander publiek. Zo heeft Willem ons in contact gebracht met Destelheide. Normaal gezien zal de voorstelling in oktober gespeeld worden in Destelheide.  Willem heeft me dus hier geïntroduceerd. Ik was verbaasd van het domein en de mogelijkheden. Fijne ontdekking. Mooi domein ook, mooie werking.

“Ik heb een enorme waardering voor Destelheide. Voor het idee van een plaats waar jonge mensen in contact komen met kunst en kunsteducatie”

W: Vanuit het idee om de toneelvoorstelling te tonen, kwam de suggestie om ook het beeldend werk van de jongeren van PAIKA te tonen. Omdat Colin deze jongeren begeleidt, wilden we ook zijn werk een plaats geven. Maar het mocht meer zijn dan enkel een aanvulling op het theaterstuk. De overzichtstentoonstelling van Colin werd uiteindelijk volledig gesplitst van de werken van de psychiatrische patiënten. Omdat Destelheide niet echt een museum of een galerij is, wilde Colin er iets aparts van maken. Hij kwam met het voorstel dat ik een selectie zou maken uit zijn werk. Als een soort van retrospectieve, in de idee van een individu die eens terugblikt op 10 jaar werken. Dat vond ik wel boeiend. Zo ben ik uiteindelijk curator van deze tentoonstelling geworden. Sindsdien zitten Colin en ik in een vrij intense communicatie. Ik heb uit zijn 100-tal werken eerst 60 beelden geselecteerd. Nu zitten we intussen aan 30 ongeveer. Dat biedt een mooi overzicht van 10 jaar beeldend werk. Er zijn in de selectie die ik gemaakt heb lijnen te zien, afwijkingen van die lijnen, vernieuwingen van die lijnen, … Het feit dat Colin en ik dit samen doen, dat vind ik wel fijn. Zeker ook dat er aandacht voor zijn werk is in een niet-commerciële plaats, waar een heel divers publiek naartoe komt. Destelheidegasten zijn meestal mensen die op de één of andere manier met cultuur bezig zijn, maar vanuit heel diverse invalshoeken. Zeker ook tijdens de zomerperiode, met de Zomeracademie. 

C: Het was voor mij ook heel verrassend om te zien welke werken Willem geselecteerd heeft uit alles wat ik gemaakt heb. De werken die ik zou kiezen zouden helemaal anders zijn. Daardoor heb ik weer een volledig nieuw beeld op mijn eigen werk gekregen. Vanuit Willems selectie zijn we verder beginnen communiceren en hebben we een dialoog gevormd. We hebben samen nagedacht over de titel en de invulling. Qua samenwerking is dat een heel fijn gevoel. Omdat je ook het volle vertrouwen hebt. 

W: Ik heb daarnet gezegd dat elk kunstwerk moet hermaakt worden in het hoofd van de kijker. Ik heb me natuurlijk ook een beetje proberen inbeelden wat de jeugdige kijker graag zou zien. Wat voor een opa van mijn leeftijd een heel risico is natuurlijk. Maar anderzijds is geweten dat de opa’s de jeugd beter begrijpen dan de vaders. Dus in die zin hoop ik dat ik er niet te ver naast zit. De selectie werken voor Filoxenia, dat is dus niet de voorkeur, niet de hitparade van Willem Elias. Het is de keuze van de kunstagoog  die probeert de beste werken te zoeken die zouden kunnen aanslaan bij de jonge mensen. Het is geen advies aan collectioneurs over wat ze best aankopen, wat een goede investering is. Het is ook niet wat ik zelf zou kopen moest ik het groot lot gewonnen hebben. Het is de keuze van de curator met het doelpubliek in zijn achterhoofd.  

  • Wat is dan volgens jou een kunstwerk dat voor de jeugd aanspreekt? Waren daar bepaalde criteria? 

W: Ik heb gezocht naar beelden waarin een figuratieve link naar de jongerenwereld gelegd kan worden. Ik heb geprobeerd om beelden te selecteren waarvan ik denk dat er kans is op een eerste klik met de jeugdige kijker. In de tentoonstellingsruimte zullen we ook themamuren maken. Daarbij houd ik ook steeds de begeleider in het achterhoofd, degene die daar komt met een hele groep en ze geboeid moet houden. Ik heb een hekel aan begeleiders die een tekstje vanbuiten leren. Als ze de klik willen overbrengen, moeten ze ook gepassioneerd, vanuit een inwendige passie, kunnen vertellen. Er bestaan drie visies op een tentoonstelling:  de visie van de kunstenaar, de visie van de curator, maar ook de derde visie, de visie van de begeleider als een leidende visie. De begeleider mag aan de expo ook zijn interpretatie geven, die hij dan doorgeeft aan de open interpretatie van alle mensen die hij begeleidt. 

C: Ik wil wel nog inpikken op twee dingen die Willem daar zegt over… Als het kunstwerk af is wordt de kunstenaar ook terug toeschouwer. En dat ervaar ik ook zo bij de selectie die Willem gemaakt heeft. Als ik zijn keuze van werken zie, merk ik dat ik toeschouwer wordt van mijn eigen werk. 

W: De kunstenaar is de eerste toeschouwer he. 

C: Ja, voilà. En over de klik die je met een kunstwerk moet hebben. Ik denk dat dat ook voor mij een goed kunstwerk typeert:  dat je een sterk beeld creëert. Een beeld dat iemand aanzuigt. Los van wat er ook achter zit. En eens dat je ze hebt, als ze aan het kijken zijn, dan kan hetgene wat er achter zit zich langzaam ontspinnen. Maar die interpretatie moet zeer open blijven. Anders zit je in de propaganda, in de indoctrinatie. 

  • Dat idee biedt een mooie opening naar de titel, Filoxenia. De vriend van de vreemdeling. Dit gaat over het vreemde buiten jezelf, maar misschien ook de vervreemding vanbinnen. Dat de kunstenaar toeschouwer wordt en dat de toeschouwer het kunstwerk maakt? 

C: Filoxenia gaat over veel thema’s, die allemaal op één of andere manier aan bod zijn gekomen binnen de werken van tien jaar geleden tot nu. Het kan gaan over een filosofisch idee, over een politiek klimaat, over 100 jaar geleden, over wat er nu gebeurt, over utopie, dystopie. Het mooie van de titel is ook dat het, los van wat Willem zo mooi heeft uitgelegd in zijn tekst, klinkt als een land. Filoxenia klinkt als een continent of een planeet.

“Als het kunstwerk af is wordt de kunstenaar ook terug toeschouwer”

© Colin Waeghe, Model Termin, 2014
  • En dat is belangrijk omdat dat een geheel uitdrukt waarbinnen de werken samen horen?

W: Een geheel is een zwaar woord, maar Filoxenia wil toch een klein reisje zijn. Daarom is het ook zo belangrijk dat de lijn volledig klopt. Het is geen reisgids, je mag ook een keer verdwalen. Het feit dat we ook vooral vreemdeling in ons eigen huis zijn, is ook een belangrijk thema van de laatste 20 jaar in de kunst . Het vreemde bevindt zich niet alleen buiten ons. Het vreemde zit ook in je eigen huis, als je je deur dicht trekt. Ik denk dat onze thuis nog nooit zo vreemd geweest is als in deze coronatijd. Mijn eigen huis is een ander huis. Ik heb daarjuist met mijn eigen huisgenoten gegeten. Mijn tienerdochter zei: ‘Ik ben nog nooit zoveel met jullie samen geweest en eigenlijk valt dat best mee” (lacht). Je zou het omgekeerde verwachten. Maar daardoor hebben we ook de tijd om onze vreemdheid, onze eigenaardigheid eens aan elkaar uit te leggen. Dat zijn allemaal vreemde dingen die deze coronatijd met zich meebrengt. Geen vervreemding, het omgekeerde van vervreemding. Het is juist goed om te zeggen: ‘OK, laat ons de tijd nemen voor elkaar’. Heidegger schreef: “Vriendschap is de tijd nemen voor het zijn van de vriend”. Dat is een mooie filosofische gedachte.

C: En tegelijkertijd zitten we allemaal in ons eigen huis, maar wereldwijd. De vreemde is niet zo vreemd. Je doet je gordijnen dicht en de wereld is binnen. Letterlijk en figuurlijk. 

  • Colin, je verwerkt in je kunstwerken actualiteit, politiek, geschiedenis, maar ook eigen indrukken. Zijn je schilderijen een manier om daar individueel mee om te gaan? Of heb je ook het gevoel dat een kunstenaar een maatschappelijke rol heeft, als een moderator? 

C: Moeilijke vraag. Als je een boodschap hebt en je schildert je boodschap, dan doe je aan propaganda, en dat kan absoluut de bedoeling niet zijn. Aan de andere kant ben ik ook maar een mens van mijn tijd die de straat opgaat, het nieuws hoort. Ik herinner mij, dat was ten tijde van het HISK, dat ik op café ging in Gent. Het HISK is heel internationaal, wij spraken Engels met elkaar. Een gast vroeg iets en ik weet dat de barman zei ‘we speak Flemish here’. Ik vond dat raar. Vroeger zeiden we altijd ‘we spreken Nederlands’. Dat was het begin van de opmars van NVA.  In die zin ben je daar als kunstenaar wel alert voor. Die dingen neem ik in mij op. Hoe ik daarmee omga, of hoe ik me daarbij voel, gaat onbewust zijn weg vinden in het zoeken van beelden, of zal zich vertalen naar teksten die zich dan weer omzetten naar beelden of het zoeken naar foto’s enz, of het fotograferen van dingen. Dus je bent eigenlijk een soort spons van wat rondom jou leeft. Om het simpel te zeggen: ik denk dat er zonder leven geen kunst bestaat. Kunst zonder leven lijkt mij koud. Dat is ook belangrijk, in de kunstgeschiedenis: kunst over kunst heeft zijn belang, maar spreekt mij minder aan. Ik denk ook aan filosofie over filosofie, dat zal misschien voor filosofen van belang zijn. Maar ik heb meer aan filosofie die mij dagelijks helpt om meer van het leven te genieten. 

W: Het is ook geen wegwijzer he. De kunst is geen gebruiksaanwijzing. 

“Filoxenia klinkt als een continent of een planeet”

C: Toen ik van de academie kwam, had ik het gevoel in een keurslijf te moeten passen. Je hebt gestudeerd, er wordt verwacht dat je nog verder gaat studeren of gaat werken. Als kunstenaar heb je niet direct een baan. Je doet allerlei jobkes. Toen heb ik een kunstenaarsstatuut verkregen. Binnen de maatschappij , of toch zeker in België toen, werd (word) je toch een beetje als een profiteur bekeken. Het heeft lang geduurd eer ik mij daarover kon zetten. Dat ik doorhad, ik ben wel degelijk aan het werk.

Iets belangrijks is ook, het eerste wat in een dictatuur wordt afgeschaft, dat mogen schilderijtjes van bloemen zijn. De Monets en de Van Goghs die bloemetjes schilderen, tja, dat gooide Hitler op de storthoop op. Je moet het niet ver zoeken om al iets politiek te doen. Dat begin ik ook meer en meer te beseffen. Je hoeft geen Ché Guevara te schilderen of een gaskamer om iets van belang te doen. Ik denk dat je ook een heel paar straffe tulpen kunt schilderen, als je dat op een manier doet waar je al heel veel mee kan zeggen. 

Het vreemde zit ook in je eigen huis, als je de deur dicht trekt”

© Colin Waeghe, Triangle, 2016
  • Kan je al iets meer vertellen over de masterclass? 

C: Mijn atelier is hier beneden in de garage, het is daar heel donker. Ik heb altijd hele donkere ateliers gehad. Dat is geen bewuste keuze geweest, maar dat was nu eenmaal zo. Ik vond dat wel interessant, ook vaak als je met een projector werkt: licht uit, licht aan. Binnen de schilderkunst is licht een zeer belangrijk aspect. Ik merk vaak dat ik mijn kleuren meng in het donker. En dat je voor verrassingen staat als je het licht aandoet. Dat is de insteek voor de masterclass. Dus dat we letterlijk ook echt in het donker en in het licht gaan werken. Van de duisternis naar het licht. 

  • Moeten de mensen die zich daarvoor inschrijven ervaring hebben met schilderen? 

C: Integendeel. Ik merk dat op mijn werk ook, bij PAIKA.  Velen zijn vaak heel onzeker over hun kunnen, maar ze zijn dan toch vaak verbaasd na een aantal weken wat ze eigenlijk wel kunnen. Het omgekeerde is soms ook waar, de professionele amateurschilders, die kunnen waarschijnlijk beter technisch schilderen dan ik. Ik denk niet dat zij bij mij iets te zoeken hebben. Ik denk dat zij mij meer gaan leren over techniek ,dan ik hen ga bijbrengen. Het gaat niet over techniek. 

  • Destelheide ontvangt veel jonge kunstenaars, die het zeker deze periode niet gemakkelijk hebben. Heb je een tip? Hoe kunnen jonge mensen hun pad blijven volgen?

C: Een tip die Hans Op de Beeck mij ooit gaf was, volharding. Blijven voortdoen. 

Een andere tip is onder de radar blijven. Dat helpt ook.  Je eigen ding doen. 

Tegenwoordig moet je al bijna een halve business man zijn. Ik heb nooit cursussen gehad in economie. Ik heb nooit mijn b-cursus gehaald om in het onderwijs te gaan les geven omdat ik schrik had om mij vast te zetten, voor ik het wist. Dus, ik heb tomaten geplukt, ik heb bij Hans Op de Beeck gewerkt, ik heb captaties gedaan, video van theater enz. Maar altijd wel voor ogen gehouden dat mijn hoofdberoep de kunst bleef die ik maak. En dan pak je er al de jobs bij. Je mag in de McDonalds werken of vuilnisbakken ophalen, … dan heb je die vrijheid. Als die job wegvalt, je hoofdberoep kan je niet kwijtraken. Maar dat neemt niet weg dat het heel moeilijk is voor jonge mensen. Je moet ook subsidies aanvragen, maar daarin heb ik totaal geen ervaring. 

“Word wie je bent en houd je niet bezig met de blik van de ander”

© Colin Waeghe, King of Escape (Houdini), 2016

W: Ik heb nog een filosofische boodschap, die al zo oud is als de filosofie zelf: word wie je bent. Niet in de betekenis dat je het al zou zijn en dat je het maar moet worden. Het is door het te worden dat je het bent. Het zijn komt vanachter. Dat je weet dat je moet proberen in je leven de dingen te doen die je graag doet. Proberen zo weinig mogelijk tegen je zin te doen. Wetende natuurlijk dat je, om niets tegen je zin te doen, afschuwelijk veel  dingen tegen je zin moet doen. Dat je probeert om van je leven iets te maken. En daarin niet bezig bent met de blik van de andere. De blik van de andere, dat moet je vermijden. Je moet je niet afvragen, wat doen de anderen, wat denken de anderen, maar wat kan ik, wat doe ik graag en wat ik beter kunnen? 

C: En vertrouwen op het leven. Het komt allemaal in orde. 

© 2020 – 2021, Willem Elias. All rights reserved. On republishing this article you must provide a link to the original article on www.belgischekunst.be.

Print Friendly, PDF & Email

Filed Under: Colin Waeghe, Nieuw Tagged With: Colin Waeghe

Kunstenaars

Albert Saverys Anne Bonnet Anto Carte Antoine Mortier Antoon De Clerck Armand Vanderlick Auguste Mambour Bart Decq Bram Bogart Camiel Van Breedam Camille D'Havé Carmen Dionyse Chantal Grard Christian Dotremont Colin Waeghe Constant Permeke E.L.T. Mesens Edgart Tytgat Emile Desmedt Englebert Van Anderlecht Enk De Kramer Erna Verlinden Etienne Desmet Fik Van Gestel Florence Fréson Frank Maieu Frank Steyaert Fred Bervoets Fred Eerdekens Gaston Bertrand Gauthier Hubert George Grard Gilbert Swimberghe Gudny Rosa Ingimarsdottir Guillaume Bijl Guy Degobert Guy Leclercq Guy Rombouts Guy Vandenbranden Hans Vandekerckhove Henri-Victor Wolvens Hilde Van Sumere Hubert Malfait Hugo Duchateau Ingrid Ledent Jacques Moeschal Jan Burssens Jan Cox Jane Graverol Jan Van Den Abbeel Jan Vercruysse Jean-Georges Massart Jean-Paul Laenen Jean Bilquin Jean Brusselmans Jef Van Tuerenhout Jo Delahaut Joseph Lacosse Jos Verdegem José Vermeersch Jozef Peeters Karel Dierickx Karin Hanssen Koen van den Broek Koen Vanmechelen Lieve De Pelsmaeker Liliane Vertessen Luc De Blok Luc Hoenraet Luc Peire Luc Tuymans Marcel Broodthaers Marcel Mariën Marc Lambrechts Marc Mendelson Marianne Berenhaut Marie-Jo Lafontaine Mark Cloet Maurice Wyckaert Maxime Van De Woestyne Merlin Spie Michel Buylen Michel Seuphor Mig Quintet Octave Landuyt Panamarenko Paul Delvaux Paul Gees Paul Van Gysegem Peter Beyls Peter De Cupere Peter Weidenbaum Philippe Vandenberg Pierre Alechinsky Pierre Caille Pierre Vlerick Piet Stockmans Pol Bury Raoul De Keyser René Barbaix René Magritte Roel D'Haese Roger Raveel Roger Somville Roger Wittevrongel Roland Van den Berghe Ronny Delrue Serge Vandercam Tinka Pittoors Tjok Dessauvage Ulrike Bolenz vandekerckhove vandenberg Victor Leclercq Victor Servranckx Walter De Rycke Walter Leblanc Werner Mannaers Wim Delvoye Yves Zurstrassen

Geen kunst of filosofie zonder een goed glas wijn

Een overzicht van de kunstenaars

Englebert Van Anderlecht Guy Rombouts Jan Cox Maurice Wyckaert Jean-Georges Massart Jos Verdegem Wim Delvoye Tjok Dessauvage Peter De Cupere Ronny Delrue Ulrike Bolenz Michel Buylen Auguste Mambour Victor Leclercq Jean Brusselmans Colin Waeghe Hans Vandekerckhove Antoon De Clerck Paul Gees Pol Bury Jan Van Den Abbeel Florence Fréson René Magritte Mig Quintet Karel Dierickx Pierre Caille Yves Zurstrassen Jean-Paul Laenen Marie-Jo Lafontaine Paul Delvaux Roel D'Haese Jane Graverol Paul Van Gysegem Octave Landuyt Guy Vandenbranden Tinka Pittoors Emile Desmedt Roger Wittevrongel Luc Peire Anto Carte Walter De Rycke Roland Van den Berghe Joseph Lacosse Marcel Broodthaers Liliane Vertessen Marcel Mariën Roger Somville Anne Bonnet Luc Hoenraet Albert Saverys Fred Bervoets Walter Leblanc Hilde Van Sumere Chantal Grard Jacques Moeschal Gudny Rosa Ingimarsdottir Guy Leclercq Fred Eerdekens Gauthier Hubert Gaston Bertrand Michel Seuphor Henri-Victor Wolvens Victor Servranckx Constant Permeke Enk De Kramer Etienne Desmet E.L.T. Mesens Roger Raveel Edgart Tytgat vandekerckhove Antoine Mortier Christian Dotremont Hubert Malfait Jan Vercruysse Frank Maieu Karin Hanssen Werner Mannaers Philippe Vandenberg Gilbert Swimberghe Camiel Van Breedam Piet Stockmans Merlin Spie Erna Verlinden Bram Bogart Raoul De Keyser Pierre Vlerick Jo Delahaut René Barbaix Carmen Dionyse Jean Bilquin Jozef Peeters Marianne Berenhaut Marc Lambrechts George Grard Marc Mendelson Maxime Van De Woestyne Hugo Duchateau Lieve De Pelsmaeker Koen Vanmechelen Fik Van Gestel Peter Weidenbaum Jan Burssens Luc Tuymans Bart Decq Mark Cloet Serge Vandercam Jef Van Tuerenhout José Vermeersch Frank Steyaert Ingrid Ledent Koen van den Broek Peter Beyls Panamarenko Pierre Alechinsky Guillaume Bijl Armand Vanderlick Guy Degobert Camille D'Havé Luc De Blok vandenberg

Belgische kunstenaars na ’45

Geen kunst of filosofie zonder een goed glas wijn

Zoeken op Belgischekunst.be

Recente berichten

  • Peter Beyls, co-creatie tussen mens en machine
  • Magritte en de vrije gedachte
  • Uit de schaduw: de ontwikkeling van kunsten en cultuureducatie in de vrije tijd in Vlaanderen
  • Kunsteducatie duurt het langst
  • Over kunst- en cultuureducatie in musea en erfgoedorganisaties in Vlaanderen
  • De kunstenaar als kunsteducator, Mark Cloet als artistiek spelontwikkelaar en spelleider.
  • Mark Cloet speelt met bakens in de ruimte.
  • Willem Elias kijkt naar Colin Waeghe – juni 2020

Hier kan je zoeken naar de naam van de kunstenaar waar je informatie over wil:

Kunstenaars

Mobile responsive

Belgischekunst.be is een project van Willem Elias en Rudi D’Hauwers en is ontwikkeld volgens het principe van ‘mobile responsive design’. Je leest waar en wanneer je wil op elk toestel van laptop tot ipad en smartphone.

 

  • Willem Elias
  • Inleiding
  • Portfolio
  • Galerij
  • Reflecties
  • Boeken
  • Contact

Return to top of page

Copyright Willem Elias © 2023 · Concept: Rudi DHauwers · Built on the Genesis Framework by StudioPress · WordPress · Log in

nl Dutch
nl Dutchen Englishfr Frenchde Germanit Italianes Spanish