Karin Hanssen heeft van bij de aanvang zich aangetrokken gevoeld tot de leegte van de Hopper-ruimte, maar ze vult die op een andere manier in. Ze evoceert de overgang tussen natuur en cultuur daar waar die het duidelijkst is, nl. aan de grens. De tuin als gecultiveerde natuur wordt bijvoorbeeld afgebakend van de wilde natuur door een omheining. In haar werk The Fence, speelt het leven zich precies daar af. Het blijkt ook de grens tussen de sociale ruimtes en hun afstanden. De mens die optreedt in haar mysterieuze plaatsen is zeer dubbelzinnig.
Hij komt uit het tijdperk van de naoorlogse welzijnsmythologie naar Amerikaans model. Het modernisme is niet zozeer doorgebroken als de nieuwe esthetiek, maar vooral als een nieuwe ethiek. De waarden van de moderne tijd garanderen vooruitgang waarin alles beter zal gaan voor wie braaf is en gehoorzaam. De cel van de toekomstige maatschappij is het Gelukkige Gezin. En ‘cel’ mag hier zowel gebruikt worden in de betekenis van kern als van een plaats in de gevangenis die het maatschappelijke systeem is. De man-vrouwverhouding is geregeld, maar blijft beschaafd onderdrukkend voor de vrouw. De verhoudingen zijn van een dwingende beleefdheid. Het optimisme van deze moderne levensstijl is bedrieglijk. De idolen zijn Doris Day, moedertype en pin-up, maar allicht ook Fred Astair.
Het werk van Karin Hanssen verwijst geregeld naar werken uit de kunstgeschiedenis. Maar vooral oude foto’s uit kranten en tijdschriften zijn haar vertrekpunt. Deze hebben al de tijd doorstaan en vooral getoond dat de tijd niet te doorstaan valt zonder zich bloot te geven.