Carmen Dionyse heeft de juiste maat gevonden in het expressief vermogen van de keramische sculptuur. Zij is in België een van de pioniers om dit oude medium in te voegen in de moderne kunst en dit met een internationale uitstraling. Al vroeg (1955) sloot zij aan bij de nieuwe kijk op de beeldhouwkunst zoals die na WO II, vooral vanuit Engeland, ontwikkeld werd. Deze kenmerkt zich door ongewone combinaties van figuratieve en abstracte elementen; kruisingen van artistieke creaties en als natuur vermomde stukken; mengelingen van proeven van ambachtelijkheid en experimentele vrijheden.
Wie Carmen, Latijns voor ‘gezang, gedicht’ en Dionyse, de Griekse god van de scheppende roes, als twee voornamen meegekregen heeft, weet wat er te doen staat. De familienaam Janssens werd terecht achterwege gelaten. Het oeuvre van Carmen Dionyse is inderdaad een poëtische uitbeelding geworden van de heidense goddelijkheid van de mens. De mythologieën zijn haar inspiratiebronnen. Keramiek verwijst willens nillens door de aard van de materie en de geschiedenis van het gebruik ervan naar de oude culturen en hun verhalen, evenals naar niet-westerse gemeenschappen die recent of nog tot op vandaag hun religieuze beleving uitbeelden. Wie keramiek gebruikt en de aardse oorsprong niet verbergt met de kleuren van de massacultuur, sluit een verwijzing naar het primitivisme in. Dat zijn nu eenmaal de regels van het produceren van bijbetekenissen zoals ze door de semiotiek bestudeerd werden.
Het primitivisme is een voorbeeld van hoe termen van een negatieve in een positieve betekenis kunnen omgezet worden. Oorspronkelijk werd dit vooral gebruikt om de afkeer uit te drukken voor niet-westerse culturen, bekeken vanuit een burgerlijke ingesteldheid. Door de artistieke avant-garde werd het in positieve zin gebruikt, precies om een aantal kenmerken mee aan te duiden die de traditionele westerse kunst niet had. Picasso is hier andermaal het grote voorbeeld. Het primitivisme wordt gewaardeerd om eenvoud, authenticiteit en kracht mee aan te duiden, zoals men die voor de avant-garde in de westerse kunst niet meer bespeurde.
Carmen Dionyse heeft zeker ingespeeld op deze nieuwe esthetische principes van de oude culturen. Zij toont de mens niet in zijn publieke uiterlijkheid, maar in zijn mysterieuze innerlijkheid. Het gelaat verbergt meer dan te tonen, maar is precies daardoor veelzeggender. Zwijgen en stiltes hebben hun eigen betekenis. Juist leugens maken veel lawaai. Carmen Dionyse maakt ingetogen beelden die een grote gelatenheid uitstralen. Ze verraden zich niet en laten meerdere lezingen toe. Emoties spreken zich niet uit: is het droefheid of vrolijkheid of de schommel ertussen? Pijn of extase of de grens waar ze elkaar raken? Bewondering of afkeer, allebei stoïcijns in toom gehouden? Liplezen helpt niet en de ogen van haar beelden staren door je heen. Een knipoog valt niet te verwachten.