Van dezelfde generatie maar minder begaan met het constructivisme als beweging is Guy Leclercq. Eigenaardig is dat hij gelijktijdig twee schildersstijlen heeft beoefend. Hij werd in de jaren zeventig bekend met werk dat aansloot bij de Nieuwe Figuratie. Zeer verhalend. Vanaf het midden van de jaren zestig is hij ook begonnen met geometrisch abstract werk dat hij tot op vandaag verder ontwikkelt. De figuratie heeft hij laten varen.
Zijn eigenheid bestaat erin dat hij de geometrie als vertrekpunt neemt. Bij nader toezien zijn die vormen allesbehalve exact. Het zijn er poëtische variaties op, onberekenbaar zoals poëzie moet zijn. De vlakken schuiven door elkaar in een ritmisch spel. Zijn kleuren zijn zachte grijzen, gebroken witten, harde zwarten, groene schijnen. Dus niet de zuiverheid die het neoconstructivisme kenmerkt. Hij zoekt naar een synthese tussen water en vuur, tussen koude en warme abstractie, tussen geometrie en lyriek.